Radiotherapie bij Sarcomen
123

Radiotherapie bij sarcomen

De sarcomenwerkgroep van het Antoni van Leeuwenhoek geeft er de voorkeur aan om patiënten met een sarcoom van armen en/of benen gedurende 5 weken te bestralen, voorafgaand aan een operatie.

Voorbestraling of nabestraling

De kans het sarcoom definitief onder controle te krijgen is bij voorbestraling net zo groot als bij bestraling ná een operatie, maar op langere termijn is een arm of been na een voorbestraling beter functioneel. U krijgt minder last van littekenvorming, verstijving van gewrichten en oedeem.

Bent u al in een ander ziekenhuis geopereerd, dan kunt u uiteraard ook in het Antoni van Leeuwenhoek terecht voor nabestraling. Nabestraling neemt ongeveer 6,5 week in beslag.

 

Radioterapie Animatie Stil

Radiotherapie: hoe gaat het in zijn werk?

Wilt u meer weten over radiotherapie? Hoe gaat het in zijn werk en kunt u last krijgen van bijwerkingen? Wij hebben de belangrijkste informatie voor u samengevat in een animatie:

Verloop van de behandeling

Eerste gesprek

Voorafgaand aan de bestraling heeft u een gesprek met een radiotherapeut.

Aanmelden bij receptie

Als u een afspraak heeft voor de een bestraling, meldt u zich bij de receptiebalie van de afdeling Radiotherapie.

Fixatiemateriaal

Er wordt fixatiemateriaal gebruikt om u in steeds in exact dezelfde houding te kunnen leggen bij de bestralingen.

Begeleiding radiotherapeutisch laboranten

Radiotherapeutisch laboranten begeleiden u tijdens de bestraling en zorgen dat u precies in de goede positie ligt.

Wat gaat er gebeuren?

De grootte, typering, plaats en uitbreiding van de tumor kan bij elke patiënt verschillen. Daarom bieden wij behandeling op maat aan. Daarbij wordt rekening gehouden met uw conditie. Vaak wordt in overleg met andere specialisten bepaald wat voor u de beste behandeling is. Uw radiotherapeut of physician assistant geeft u hierover uitleg.

Voorbereiding

Na een gesprek met een radiotherapeut, volgen er afspraken ter voorbereiding op de bestraling. Zo heeft u een eerst voorlichtingsgesprek waarin de hele procedure wordt besproken. Vervolgens wordt u verwacht in de moulagekamer. Hier wordt met een vormbaar plastic iets gemaakt waardoor uw arm of been tijdens de bestraling stil ligt. Ook wordt er een CT-scan gemaakt. Dit gebeurt al in bestralingshouding. We tekenen dan ook lijnen aan op uw lichaam en op het fixatiemateriaal. Dit is nodig om u in exact dezelfde houding te kunnen leggen bij de bestralingen. Soms is het nodig om in bestralingshouding ook een MRI-scan te maken. Aan de hand van de scans bepaalt de radiotherapeut het te bestralen gebied.

 

De behandeling

De radiotherapeut bepaalt het aantal bestralingen. Dit ligt rond de 25 keer bij een voorbestralingsserie en tussen de 30 en 35 keer bij nabestraling. De behandelingen vinden plaats op werkdagen en duren telkens een kwartier. De daadwerkelijke bestralingstijd is echter veel korter: tussen de 1 en 2 minuten. Voorafgaand aan de bestraling wordt regelmatig een controlescan gemaakt op het bestralingstoestel om de nauwkeurigheid te controleren. Radiotherapeutisch laboranten voeren de behandeling uit. In de behandelperiode heeft u regelmatig contact met de radiotherapeut.

 

Bijwerkingen

Hoeveel u last krijgt van bijwerkingen, verschilt per persoon. Het bestralingsgebied, het aantal bestralingen, uw persoonlijk situatie en de dosis die u krijgt, bepalen het soort klachten. Bij langere bestralingsseries moet u rekening houden met huidreacties, zoals lichte roodheid en jeuk. Wordt u bestraald bij huidplooien (bijvoorbeeld oksels en liezen) dan kan de huid oppervlakkig stuk gaan. Meestal gebeurt dit aan het einde van de serie en houdt dan ongeveer 2 weken aan. Dit kan pijnlijk zijn. De doktersassistenten op de afdeling helpen u bij de verzorging van de huid en geven advies.

Als er in het bestralingsgebied spieren en/of gewrichten liggen, kunnen deze op den duur stijver worden. Dit is vooral het geval als u eerst geopereerd bent en daarna 6,5 week wordt bestraald. Na een voorbestraling zijn de gewrichtsklachten meestal veel minder. Op de plek van de bestraling zal het haar uitvallen. Dit is vaak van blijvende aard. Ook kunt u last krijgen van vermoeidheid. Dit komt door de bestraling zelf, maar ook door het regelmatig reizen naar het ziekenhuis.

Nazorg

Tijdens de bestralingsperiode krijgt u ‒ meestal wekelijkse ‒ controleafspraken bij de radiotherapeut of physician assistant. Diegene beantwoordt uw vragen, kan medicijnen of zalf voorschrijven en geeft uitleg over de controles na afloop van de bestralingsperiode.

Als u tijdens of na de behandeling behoefte hebt aan extra zorg, dan kan de radiotherapeut of physician assistant u doorverwijzen naar diverse hulpverleners binnen het Antoni van Leeuwenhoek. Denk aan fysiotherapeuten, ergotherapeuten, maatschappelijk werkers en psychologen. Al deze hulpverleners zijn zeer ervaren in het verlenen van zorg aan kankerpatiënten, zowel tijdens als na het behandelingstraject.

Fertiliteitspreservatie voor start behandeling

Deze behandeling kan bij sarcomen in het bekkengebied schadelijke effecten voor de vruchtbaarheid geven. Het AVL heeft aandacht voor de kwaliteit van leven van de patiënt na de behandelingen en biedt de mogelijkheid voor fertiliteitspreservatie.

 

Rick Haas in gesprek (sarcomen)