Als er een veelbelovende behandeling of een nieuwe diagnostische
test is ontwikkeld, moet eerst wetenschappelijk bewezen worden dat
de nieuwe methode ook echt beter werkt dan de traditionele methode.
Zo'n prospectief onderzoek - waarbij je patiënten van vandaag in de
toekomst volgt - duurt soms jaren. Onderzoekers moeten immers eerst
voldoende patiënten bij het onderzoek betrekken en vervolgens
moeten ze afwachten hoe die reageren op de test of behandeling.
"Zodra de resultaten bekend zijn", zegt internist-oncoloog Gabe
Sonke, "is de nieuwe methode vaak al weer verouderd. En dat is
jammer." Bij onderzoek naar een bepaald type borstkanker hebben
onderzoekers uit het Antoni van Leeuwenhoek het daarom anders
aangepakt. Het gaat om een onderzoek naar het effect van het
geneesmiddel tamoxifen bij vrouwen met hormoongevoelige
borstkanker. Vrouwen met dit type borstkanker krijgen allemaal
tamoxifen; een middel met nogal wat bijwerkingen, zoals opvliegers,
stemmingswisselingen, gewichtstoename en trombose. Een klein
percentage van die vrouwen lijkt resistent te zijn tegen tamoxifen.
Bij hen werkt het niet en toch krijgen ze het toegediend. Sonke:
"Die vrouwen denken wij te kunnen selecteren. Want hun tumorcellen
vertonen onder de microscoop net iets andere eigenschappen."
Terug in de tijd
Onderzoekers in het Antoni van Leeuwenhoek startten geen
prospectief wetenschappelijk onderzoek om hun hypothese te toetsen,
maar een alternatieve en veel snellere methode: zogenoemd
retrospectief onderzoek, terug in de tijd. Ze analyseerden
patiëntgegevens van zo'n dertig jaar geleden, toen tamoxifen pas
ontdekt was. De vrouwen deden destijds mee aan onderzoeken naar het
middel zélf: was het werkzaam tegen borstkanker? Hun tumorweefsel
en patiëntgegevens zijn al die jaren zorgvuldig bewaard gebleven.
Bekend is dus hoe het de vrouwen is vergaan. In die 'oude' gegevens
zochten de onderzoekers het antwoord op de vraagstelling van
vandaag. Sonke: "Veel wetenschappers vinden retrospectie minder
betrouwbaar. Ze vinden dat we ook een prospectief onderzoek moeten
doen voordat we de vrouwen tamoxifen onthouden. Maar ik denk dat
retrospectief onderzoek wel degelijk betrouwbaar is. Mits
tumorweefsel en patiëntgegevens goed bewaard gebleven zijn,
patiënten in de loop der jaren goed zijn gevolgd en het onderzoek
voor extra zekerheid is herhaald in een tweede groep vrouwen."
Collega-onderzoekers reageren kritisch, maar Sonke blijft zijn
stelling verdedigen. Sonke: "Je zou het lef kunnen noemen; we
gooien immers heilige huisje omver. Maar we doen het voor de
patiënten. We willen zo snel mogelijk de allerbeste
behandeling."
Dit artikel verscheen in de Antoni, nummer 4, 2010 (auteur:
Riëtte Duynstee).