Karin de Visser en Marleen Kok: samenwerken voor patiënten met borstkanker

14 jul. 2020 13:53

Om gerichter kankeronderzoek te doen waar de patiënt sneller iets aan heeft, is samenwerking tussen het lab en de kliniek van levensbelang. In het Antoni van Leeuwenhoek werken steeds meer labonderzoekers en oncologen samen in vaste ‘twinning’-koppels. We stellen het tweede duo graag voor: Karin de Visser en Marleen Kok. Ze werken samen aan immuuntherapie bij borstkanker.


Marleen Kok en Karin de Visser

Fundamenteel-klinische synergie
Hoe zou je onze samenwerking omschrijven? Die vraag stelden onderzoeker Karin de Visser en arts Marleen Kok aan hun teamleden, toen ze vertelden dat ze de volgende dag door een journalist geïnterviewd zouden worden. “Een van de teamleden omschreef het als: fundamenteel-klinische synergie”, zegt Marleen Kok. “We zijn niet één plus één is twee, maar één plus één is drie. Samen willen we door het juiste wetenschappelijk onderzoek te doen, sneller de klinische praktijk verbeteren”.

Borstkanker
Aanvankelijk leek het niet vanzelfsprekend dat ze samen gingen werken. “Jij was tien jaar geleden een van de eerste wetenschappers bij het NKI die werkte aan afweercellen bij borstkanker. Ik had daar als jonge arts net mijn studie afgerond en hield me bezig met de vraag waarom bepaalde therapieën bij borstkanker niet aanslaan. We dachten toen nog dat die velden heel ver uit elkaar lagen”, zegt Kok. Zes jaar later, na haar specialisatie, bleek de link tussen therapie en afweercellen wel heel logisch. “Ik denk dat we vanaf toen dezelfde vraag wilden beantwoorden: hoe kunnen we ons afweersysteem gebruiken om borstkanker aan te pakken?” zegt Karin de Visser.

Wie reageert wel en niet op immuuntherapie?
Toen Kok naar een wereldberoemd lab in Amerika vertrok, onderhielden de twee borstkankerspecialisten weinig contact. “Wanneer komt ze nou terug?” vroeg Karin de Visser regelmatig aan haar collega’s. “Ik zat te popelen om met haar te sparren over wat ze daar had geleerd”. Meteen na Marleen Koks terugkomst in Nederland schreven ze samen een eerste subsidieaanvraag voor KWF. “Dat kenmerkt ons. We zijn doeners die het liefst meteen aan de slag gaan”, zegt Kok. Die subsidie kregen ze. De Visser: “Daarmee konden we een analist aannemen voor ons gezamenlijke team, wat inmiddels uit vier mensen bestaat. We analyseren dagelijks bloed van vrouwen met borstkanker om uit te zoeken wie van hen wel en niet goed reageren op immuuntherapie”.

Krachtige wisselwerking
De teams van Kok en De Visser zitten schuin tegenover elkaar, werken in dezelfde labs en zijn vaak bezig met een bloedsample van één patiënt. “Als Marleen onverwachte bevindingen doet bij een behandeling met immuuntherapie, dan gaan we terug naar het lab om uit te zoeken waarom dat zo is. En als ik in het lab fundamentele verbeteringen vind, dan kan ik meteen via een bloedsample testen hoe iemand daar op zou reageren.

Die wisselwerking is heel krachtig”, zegt De Visser. “De kracht van Karin is dat ze de bredere context voor ogen heeft. Ze helpt mij bij het toepassen van de nieuwste technieken op de bloedsamples. Als zij er niet was geweest, dan was ik aan de oppervlakte gebleven”, vult Kok aan. De Visser: “Marleen denkt out of the box, staat open voor nieuwe wetenschappelijke bevindingen en vindt het superinteressant om in het onbekende te duiken”. 

Immuuntherapie bij borstkanker verbeteren
Hun intensieve samenwerking leidde al tot de vondst van een bepaald type afweercel die mogelijk een rol speelt bij borstkankerpatiënten die goed reageren op immuuntherapie. Met hun team onderzoeken ze nu hoe dat type afweercellen werkt, waarom ze zo belangrijk zijn en of die logica ook opgaat voor andere kankers zoals melanoom, darmkanker of blaaskanker.

“Als we begrijpen hoe die afweercellen aangezwengeld kunnen worden bij patiënten waarbij die cellen niet actief zijn, bijvoorbeeld door een bepaald eiwit of een groeifactor toe te voegen, dan kunnen we daar borstkankerpatiënten uiteindelijk ook echt mee behandelen en zo de immuuntherapie verbeteren”, zegt De Visser. Ze besluit: “Als je samen durft te investeren en jarenlang zoveel mogelijk experimenten uitvoert, dan komt er vanzelf een dag dat er een onverwachte bevinding bovendrijft die van groot belang voor de patiënt zal zijn”.

Lees ook het interview met Wilbert Zwart en Andre Bergman