Professor René Medema van het Antoni van Leeuwenhoek
vertelt over zijn onderzoek in Nederland staat op tegen kanker, de
jaarlijkse tv-show van KWF Kankerbestrijding. 'Veel onderzoekers
kijken op naar wat bij ons gebeurt.'
TEKST: VANESSA VUNDERINK, BEELDEN: ANP, ANDRÉ JAGT MEDEMA,
SHUTTERSTOCK, NKI
Niemand hoopt het ooit te hoeven bezoeken: het Antoni van
Leeuwenhoek. Maar als je dan toch wordt geconfronteerd met kanker,
is dat wel de plek waar je het best af bent. Door de nauwe
samenwerking met het Nederlands Kankerinstituut (NKI) loopt het
Antoni van Leeuwenhoek voorop bij de behandeling van tumoren.
Professor René Medema is bestuursvoorzitter en onderzoeksleider van
het Antoni van Leeuwenhoek. "De helft van mijn tijd ben ik actief
op de werkvloer, de andere helft bestuur ik." In het NKI werken 750
wetenschappers, verdeeld over vijftig groepen, die zich richten op
verschillende facetten binnen het kankeronderzoek. "Van het
ontrafelen hoe een kankercel ontstaat, werkt en ontspoort tot het
ontwikkelen van slimme therapieën." Het is een internationaal
gezelschap. "Kankeronderzoek vormt een wereldwijd platform, dus we
wisselen veel mensen en kennis uit tussen alle instituten. Dat meer
dan een kwart van onze medewerkers uit het buitenland komt, zegt
iets over de kwaliteit van het NKI. Veel onderzoekers kijken op
naar wat bij ons gebeurt en ze willen hier graag een deel van hun
opleiding volgen." Nederland doet het sowieso goed als het gaat om
kankeronderzoek. "Dat is met name een verdienste van KWF
Kankerbestrijding, dat namens de bevolking veel geld in onderzoek
investeert. Maar ook doordat we slim met onze middelen omgaan."
Mastermind-spel
Zo speelde Nederland een belangrijke rol in de ontwikkeling van
immuuntherapie, de belangrijkste recente doorbraak op het gebied
van kankerbehandeling. Deze therapie activeert het eigen
afweersysteem van mensen om tumoren op te ruimen en uitzaaiingen af
te stoten. Medema: "Jarenlang was men sceptisch over
immuuntherapie. Er werd mee geëxperimenteerd, maar het leverde
weinig op. Dankzij diepgaand onderzoek heeft het nu de meeste
aandacht en wordt het bij steeds meer tumortypes ingezet, omdat het
de overlevingskansen aanzienlijk vergroot." Een andere doorbraak
heeft zich meer geleidelijk voltrokken: het 'matchen' van
individuele afwijkingen met bepaalde medicijnen en therapieën.
"Vroeger behandelden we alle kankersoorten op dezelfde manier. Nu
weten we dat elke tumor uniek is en een eigen patroon van
afwijkingen heeft. Je kunt het zien als een enorm groot
Mastermind-spel met heel veel kleuren, waarbij elke afwijking een
kleur is en elke patiënt een andere combinatie heeft. Wij moeten
steeds zo'n unieke combinatie oplossen en het behandelplan daarop
aanpassen. Als je bijvoorbeeld twee mensen hebt met
dikkedarmkanker, krijgen ze nu allebei hun eigen behandelplan."
Wat is de grootste uitdaging voor Medema en zijn collega's op
dit moment? "De heterogeniteit - het aanpassingsvermogen van de
tumorcel - is nog een groot probleem. In een tumorcel blijven de
afwijkingen zich opstapelen. Als we dat kunnen oplossen, hebben we
echt een grote klapper gemaakt. Dan kun je een behandeling
ontwikkelen die voorkomt dat de tumor verandert en ontsnapt."
Aangifte tegen tabaksindustrie
Gaat hij dat nog meemaken? "Ik denk dat we er nog lang mee moeten
dealen dat mensen kanker krijgen. Dat we patiënten steeds beter
kunnen behandelen en een betere kwaliteit van leven kunnen bieden,
daar ben ik optimistisch over. We zien die voorbeelden elke dag.
Maar we zien ook dat we voor veel mensen nog te weinig
kunnen betekenen. De drive om dat te verbeteren is bij iedereen die
zich bezighoudt met kankeronderzoek groot." Ook de samenleving kan
kanker terugdringen, benadrukt Medema. "Bijvoorbeeld door met z'n
allen te stoppen met roken, want daarmee boeken we veruit het
snelst resultaat." Het Antoni van Leeuwenhoek heeft zich dan ook
als eerste zorginstelling gevoegd bij de aangifte tegen de
tabaksindustrie onder leiding van advocaat Bénédicte Ficq. "Het is
een misvatting dat roken alleen longkanker kan veroorzaken; het is
een risicofactor voor tal van kankersoorten. Hetzelfde geldt voor
overgewicht, diabetes en overmatig zonnen. Voorkomen is nog altijd
beter dan genezen."
De grote vier
De meest voorkomende kankersoorten in Nederland zijn borst-,
prostaat-, darm- en longkanker, ook wel 'the big four' genoemd. In
Nederland wordt daar veel onderzoek naar gedaan. Bij sommige
kankervormen resulteert dat in steeds effectievere behandelingen en
een toename in de overlevingskansen. Bij andere kankersoorten
zijn de overlevingskansen nog steeds erg klein, zoals bij
alvleesklierkanker en longkanker. "De reden waarom we die moeilijk
kunnen behandelen, is dat we nog te weinig weten. Pas als je weet
wat het tumorweefsel onderscheidt van normaal weefsel, kun je een
therapie ontwikkelen. Lastig is dat we die kankersoorten pas laat
ontdekken, omdat de symptomen nauwelijks zijn te traceren en we de
bevolking er nog niet op kunnen screenen. We houden ons dus ook
bezig met het ontwikkelen van opsporingstechnieken."
Bron: Avrobode