Borstkanker: DESCARTES studie
Vrouwen met borstkanker worden steeds vaker behandeld met systemische therapie, zoals chemotherapie, voorafgaand aan de operatie. Hierdoor wordt de tumor kleiner en kan in steeds meer gevallen een borstsparende operatie plaatsvinden. Bestraling wordt toegepast om de kans op terugkeer van borstkanker te verlagen. Wanneer vrouwen met borstkanker borstsparend worden behandeld in combinatie met bestraling, hebben zij geen verhoogde kans op terugkeer ten opzichte van een borstamputatie. Door het geven van doelgerichte systemische therapie voorafgaand aan de operatie wordt steeds vaker een complete respons vastgesteld bij weefselonderzoek. Een complete respons betekent dat er geen levende tumorcellen worden aangetoond in het weefsel dat is weggehaald tijdens de operatie. Het type borstkanker bepaalt mede de kans dat na behandeling met systemische therapie een complete respons wordt vastgesteld bij weefselonderzoek. Bij vrouwen met borstkanker van het triple negatieve of HER2 positieve type is dit bij tot wel 80 van de 100 vrouwen het geval. De operatie wordt in dat geval alleen uitgevoerd om te bevestigen dat er een complete respons is. Bij vrouwen waarbij de behandeling met systemische therapie zo’n goed effect heeft is de waarde van aanvullende bestraling beperkt. Eerder onderzoek laat een zeer lage kans op terugkeer van borstkanker zien wanneer bij vrouwen met een complete respons na systemische therapie de bestraling wordt weggelaten. Bovendien kunnen na het geven van bestraling klachten optreden zoals pijn, verlittekening en vervorming van de borst. Als toch terugkeer van kanker blijkt bij controle van de borst, kan deze in de meeste gevallen borstsparend en alsnog met bestraling worden behandeld. In dit onderzoek willen we daarom uitzoeken hoe veilig het weglaten van bestraling is bij patiënten met een hele kleine kans op terugkeer van borstkanker, en wat de kwaliteit van leven hierna is.