Geen verhoogd risico op borstkanker voor DES-dochters

8 jul. 2025 11:00

Vrouwen die voor hun geboorte zijn blootgesteld aan DES hebben op latere leeftijd geen verhoogd risico op borstkanker. Dat blijkt uit een langdurig onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoek (AVL). Wel blijft het risico op kanker van de vagina verhoogd, ook na hun 50e.

Tussen 1947 en 1976 kregen zwangere vrouwen in Nederland soms het hormoon diethylstilbestrol (DES) voorgeschreven om miskramen te voorkomen. Later bleek dat dit middel schadelijk was voor de moeders die het slikte en de kinderen die in de baarmoeder aan DES waren blootgesteld. DES-dochters hebben vaker afwijkingen aan de geslachtsorganen en al op jonge leeftijd een verhoogd risico op een zeldzame vorm van vaginakanker of baarmoederhalskanker.

Er zijn zorgen over een mogelijk verhoogd risico op borstkanker op latere leeftijd. Die zorgen komen voort uit eerder onderzoek waaruit blijkt dat vrouwen die in de baarmoeder zijn blootgesteld aan hoge oestrogeenspiegels, mogelijk meer kans hebben op borstkanker. Ook is bekend dat vrouwen die tijdens hun zwangerschap zelf DES kregen, later iets vaker borstkanker ontwikkelden.

Omdat eerdere studies naar de gevolgen van DES plaatsvonden toen DES-dochters nog relatief jong waren, was het niet duidelijk of er op latere leeftijd extra risico's zijn. Onderzoeker Naomi Boekel: “Het was belangrijk om te onderzoeken of dat risico op latere leeftijd alsnog toeneemt”.

Samen met het DES Centrum volgden de onderzoekers meer dan 12.000 DES-dochters. Ze vergeleken hun gegevens met die van hun niet-blootgestelde zussen en met gegevens uit de algemene bevolking. Boekel: “We gebruikten vragenlijsten, gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie en de landelijke pathologiedatabank PALGA om het risico op verschillende soorten kanker te bepalen, met aandacht voor leeftijd, diagnosejaar en geslacht.”

Uit deze vergelijkingen komt naar voren dat er voor DES-dochters geen verhoogd risico is op borstkanker, eierstokkanker, melanoom of andere veelvoorkomende vormen van kanker. Wel komt vaginakanker nog altijd vaker voor bij DES-dochters, ook bij vrouwen van 50 jaar en ouder.  Het gaat vooral om twee typen: clear cell adenocarcinoom en plaveiselcelcarcinoom. Ondanks dit verhoogde risico blijft vaginakanker zeldzaam benadrukken de onderzoekers. Boekel: “Onder duizend DES-dochters van 50 jaar zal naar verwachting niet meer dan 1 vrouw vóór het 65e jaar deze diagnose krijgen”.

Epidemioloog Floor van Leeuwen van het AVL: “Voor veel vrouwen is dit geruststellend nieuws. We zien geen aanwijzingen voor extra risico’s, behalve het al bekende verhoogde risico op vaginakanker. Het blijft dus belangrijk daar alert op te zijn.”

Voor veel DES-dochters geeft dit onderzoek duidelijkheid en rust. Daarmee draagt het ook bij aan hun kwaliteit van leven. Weten waar je wel of juist géén extra risico op loopt, helpt om beter om te gaan met gezondheidszorgen op de lange termijn. Op dit moment worden DES-dochters tot hun 60e regelmatig gecontroleerd met uitstrijkjes volgens het DES-screeningsprotocol. De onderzoekers adviseren om te bekijken of die leeftijdsgrens omhoog moet. De werkgroep Cervix Uteri van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) buigt zich hier op dit moment over.

Voor vragen over DES kunnen patiënten terecht bij het DES Centrum.

Dit onderzoek is gefinancierd door KWF Kankerbestrijding en het DES Centrum.