Primer-Shot radiotherapie; een slimme manier van bestralen

“Als ik patiënten in de spreekkamer zie met uitgezaaide (stadium vier) longkanker zou ik vaak meer willen kunnen betekenen, maar ik loop tegen dilemma’s aan,” vertelt Zeno Gouw, radiotherapeut oncoloog in het Antoni van Leeuwenhoek. “Mensen met een beperkte levensverwachting wil je geen zware langdurige behandelingen geven met zware bijwerkingen. Maar mensen hebben wel klachten. Ik was dus op zoek naar een manier om mensen van hun klachten af te helpen, zonder te veel bijwerkingen. 

 

Gouw Zeno 20250708 02

Klachten

Klachten waar patiënten tegenaan lopen is bijvoorbeeld dat de ziekte de ribben ingroeit, dat kan heel erg pijnlijk zijn. Of als mensen bloed ophoesten is dat ook heel naar. Vroeger konden we weinig, alleen chemotherapie met een beperkte levensverwachting van vaak maar een half jaar.  Maar tegenwoordig is er veel mogelijk om de tumor onder controle te houden. Zeker als immuuntherapie aanslaat, kunnen sommige mensen soms nog jaren vooruit.

Meer is niet beter, slimmer wel

Bestralen werkt goed tegen klachten, maar meer is niet altijd beter. We moeten slimmer zijn. Daarom onderzoeken we ‘Primer-Shot Radiotherapie’. We weten al een tijdje dat een tumor niet overal gelijk is; sommige delen zijn beter doorbloed en krijgen meer zuurstof dan andere. En we hebben in het laboratorium bij organoids ontdekt dat de delen die meer zuurstof krijgen beter reageren op bestraling. We zagen ook dat als je één keer bestraalt en dan even wacht, de dode tumorcellen worden opgeruimd en dat de doorbloeding van de tumor beter wordt. En als je dán gaat bestralen, heeft dat een beter effect. Dat idee zijn we nu aan het onderzoeken bij mensen. Dus we bestralen één keer, wachten dan zo’n drie weken, en geven dan de rest van de bestralingen. In plaats van alle bestralingen allemaal in één keer achter elkaar. We hebben nu een aantal patiënten zo behandeld en we moeten later ook groot onderzoek gaan doen waarin we groepen kunnen vergelijken, maar het lijkt erop dat het heel goed werkt.” 

Samenwerken

Het AVL werkt samen met longartsen van het Spaarne, OLVG, het BovenIJ en het terGooi MC. Eén van deze longartsen is Julia d’Hooghe uit het OLVG en zij is erg enthousiast. “Eén keer per week hebben we een overleg waarin we alle patiënten bespreken. De patiënten die voor deze bestraling in aanmerking komen, worden dan in het AVL bestraald. Daarna komen ze weer terug bij hun eigen longarts. En we kunnen dus een hoogwaardige behandeling laten doen, terwijl de patiënt in het eigen ziekenhuis kan blijven. De eigen longarts kent de patiënt het best en samen kunnen zij kijken naar wat iemand echt wil. Het voordeel van deze bestralingen is ook dat patiënten vaak een betere conditie krijgen waardoor ze andere behandelingen ook weer beter aankunnen.”

Cirkel is rond

Zeno: “Wat mij zo enthousiast maakt, is dat je normaal een nieuwe behandeling sterker maakt door iets toe te voegen; een medicijn, een hogere dosis enzovoort. Maar dit is een manier die de behandeling wel sterker maakt, zonder dat je de patiënt meer belast. Het is niet duurder, het is vooral slimmer. Het is ook bijzonder dat wat ik meemaak in de spreekkamer heeft geleid tot fundamenteel onderzoek naar hoe kanker werkt en dat dit vervolgens weer heeft geleid tot een verbeterde behandeling. Zo is de cirkel echt rond.”