Onderzoek naar kanker kent drie vormen

1. Fundamenteel onderzoek

Fundamenteel onderzoek onderzoekt de grondbeginselen van de biologie en basismechanismen in cellen, en is gericht op het verkrijgen van nieuwe kennis. Bij fundamenteel onderzoek is het onvoorspelbaar wanneer er concrete resultaten zijn die bijdragen aan een betere behandeling of diagnose van kanker, maar nieuwe inzichten over het ontstaan en gedrag van kanker die door fundamenteel onderzoek gegenereerd worden,  staan aan de basis van vooruitgang. Een recent voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van immuuntherapie, waarbij het eigen afweersysteem wordt ingezet om kanker te bestrijden. Om tot deze behandeling te komen, is meer dan twintig jaar fundamenteel onderzoek gedaan.

2. Translationeel onderzoek

Translationeel onderzoek vormt de schakel tussen fundamenteel en klinisch onderzoek. In deze fase worden de inzichten die voortkomen uit het  fundamentele onderzoek verder ontwikkeld tot nieuwe behandelmethoden en diagnostiek die in het ziekenhuis getest kunnen worden. Onderzoekers en clinici werken in deze fase nauw samen en er wordt veel gebruik gemaakt van materiaal en data van patiënten. In het Antoni van Leeuwenhoek is de verbintenis tussen de kliniek en het translationeel onderzoek groot. Artsen en onderzoekers werken naast elkaar in het laboratorium en hebben snel toegang tot data en materialen van patiënten. Vragen uit het ziekenhuis kunnen meteen worden opgepakt. Dat maakt het onderzoek in het Antoni van Leeuwenhoek écht innovatief en grensverleggend.

3. Klinisch onderzoek

Klinisch onderzoek heeft als doel de beste diagnostiek en behandelmethoden te ontwikkelen. Opgedane kennis en bevindingen uit het translationeel onderzoek worden door middel van klinisch onderzoek toegepast en getest op een groep patiënten. Er wordt op allerlei gebieden klinisch onderzoek gedaan. Actuele onderwerpen zijn, naast het verder ontwikkelen van immuuntherapie, beeldgestuurde therapie en behandeling op maat.