Radiotherapie bij maagkanker

Afhankelijk van de plek, de grootte en de uitbreiding van de tumor en uw conditie, wordt tijdens het multidisciplinair overleg besloten wat voor ú de beste behandeling is. Dit is vaak een operatie, soms voorafgegaan door bestraling.

Curatief

Wanneer de behandeling van maagkanker gericht is op genezing, dan spreken we van een curatieve behandeling. Vaak wordt maagkanker curatief behandeld met een combinatie van chemotherapie en een operatie. Soms wordt ook bestraling noodzakelijk geacht of kan bestraling in het kader van een klinische studie worden gegeven (CRITICS II-studie). Als er bestraling wordt gegeven bij maagkanker, worden er meestal 25 bestralingen gegeven, vaak gecombineerd met chemotherapie. Dit heet chemoradiatie. De chemotherapie ondersteunt de werking van de radiotherapie. Eén keer in de week wordt u opgenomen op de dagbehandeling voor het toedienen van de chemotherapie met een infuus. Dankzij de nieuwste technieken kunnen we de bestraling heel precies uitvoeren waarbij het omliggende weefsel zoveel mogelijk wordt gespaard. Een bestraling zelf duurt vaak maar een paar minuten.

Palliatief

Is de bestraling alleen gericht op het verlichten van uw klachten, dan spreken we van een palliatieve behandeling. Dan worden er meestal maar enkele (1-4) bestralingen gegeven. In een eerste gesprek zal de radiotherapeut of physician assistant u uitleg geven over het behandelplan.

Bestralen na operatie

Soms kan het nodig zijn om met chemoradiatie te behandelen na de operatie. Zo wordt de kans op terugkeer van de ziekte kleiner.

Gesprek met radiotherapeut

Na een gesprek met een radiotherapeut volgen er afspraken ter voorbereiding op de bestraling.

Radiotherapie

De radiotherapeut bepaalt, vaak in overleg met de chirurg, radioloog, maag-darm-leverarts en oncoloog het aantal bestralingen.

Chemotherapie

Als er chemotherapie tegelijk met de bestralingen wordt gegeven, gebeurt dat vaak één keer per week op de dagbehandeling via een infuus. Soms wordt er ook chemotherapie in tabletvorm gegeven.

Voorbereiding

Na een gesprek met een radiotherapeut volgen er afspraken ter voorbereiding op de bestraling.

Zo heeft u een voorlichtingsgesprek waarin onder andere veel praktische zaken aan bod komen. Ook wordt er een CT-scan gemaakt waarmee we het precieze bestralingsgebied bepalen. Tijdens de CT-scan ligt u op uw rug met uw armen boven het hoofd. We zetten dan een aantal tatoeagepunten op uw huid, zodat we u in exact dezelfde houding kunnen leggen bij de bestralingen. Soms zijn er nog een aantal extra onderzoeken nodig, zoals een bloed- en een nierfunctieonderzoek.

In verband met de te verwachten bijwerkingen is een consult bij de diëtist een standaard onderdeel van de voorbereiding.

De behandeling

De radiotherapeut bepaalt, vaak in overleg met de chirurg, radioloog en maag-darm-leverarts, het aantal bestralingen.

De behandelingen vinden plaats op werkdagen en duren telkens een kwartier. De daadwerkelijke bestralingstijd is echter veel korter: tussen de 1 en 2 minuten.

Radiotherapeutisch laboranten voeren de behandeling uit, maar in de behandelperiode heeft u wekelijks contact met de radiotherapeut of physician assistant.

Bijwerkingen

Of en hoeveel u last krijgt van bijwerkingen, hangt sterk af van het aantal bestralingen en de chemotherapie.

Bij 25 bestralingen treden de bijwerkingen vanaf de tweede of derde week op. Welke klachten u eventueel krijgt, wordt mede bepaald door de hoeveelheid gezonde weefsels en organen in het bestralingsgebied. De meest voorkomende klachten zijn misselijkheid en verminderde eetlust.

Soms zijn er ook dalingen van bijvoorbeeld de witte bloedcellen waarneembaar. De radiotherapeut zal u in het eerste gesprek meer vertellen over de bijwerkingen. Verder kan er vermoeidheid optreden en kunner er klachten van de slijmvliezen (met name in de mond) en de handen en/of voeten optreden.

Nazorg

Tijdens de bestralingsperiode krijgt u - meestal wekelijkse - controleafspraken bij de radiotherapeut of physician assistant. Diegene beantwoordt uw vragen, kan medicijnen voorschrijven en geeft uitleg over de controles na afloop van de bestralingsperiode.

Als u tijdens of na de behandeling behoefte hebt aan extra zorg, dan kan de radiotherapeut of physician assistant u doorverwijzen naar diverse hulpverleners binnen het Antoni van Leeuwenhoek. Denk aan fysiotherapeuten, ergotherapeuten, diëtisten, mondhygiënisten, logopedisten, maatschappelijk werkers en psychologen. Al deze hulpverleners zijn zeer ervaren in het verlenen van zorg aan kankerpatiënten, zowel tijdens als na het behandelingstraject.

Fertiliteitspreservatie

Deze behandeling kan schadelijke effecten voor de vruchtbaarheid geven. Het AVL heeft aandacht voor de kwaliteit van leven van de patiënt na de behandelingen en biedt de mogelijkheid voor fertiliteitspreservatie. Lees hier meer over fertiliteitspreservatie.