Urinestoma (na blaasverwijdering)
Een cystectomie is de chirurgische verwijdering van de blaas. Er zijn verschillende manieren om deze operatie uit te voeren en verschillende manieren om de blaas te vervangen. De keuzes worden bepaald door individuele zaken zoals de plaats en de omvang van de tumor, uw medische voorgeschiedenis en uw eigen wens. Op deze pagina leest u meer informatie over de ingreep en de soorten omleidingen (deviaties) van de urinewegen.
Verschillende blaasvervanging
-
Urinestoma
De nieren filteren het bloed en halen afvalstoffen uit het bloed. Dit vormt samen met vocht de urine. De urineleiders vervoeren de urine van de nieren naar de blaas. Hier wordt de urine opgeslagen tot u een seintje krijgt dat u moet plassen.
Bij een urinestoma (ook wel urostoma of Brickerstoma genoemd) komt de urine niet meer via de blaas en plasbuis naar buiten, maar via een stukje darm in de buikwand. Bij het aanleggen van een urinestoma worden de urineleiders aangesloten op een stukje darm. Afhankelijk van uw situatie wordt de blaas ook verwijderd.
De urine loopt nu via de urineleiders via het stukje darm (ongeveer 15 cm van het laatste stukje van de dunne darm) naar buiten. Dit stukje darm wordt aan de buitenkant van uw buik vastgehecht en wordt de stoma genoemd. De stoma heeft geen opvangreservoir, wat betekent dat de urine rechtstreeks via de stoma naar buiten loopt. Om de urine op te vangen wordt er een stomazakje op uw buik geplakt waarin de urine verzameld wordt.
-
Uretero-cutaneostomie
De urineleider wordt rechtstreeks naar buiten geleid (dus niet via een stukje darm zoals dat bij een urinestoma gebeurt). Vaak gebeurt dit in combinatie met het verwijderen van één van de nieren. De urineleider van de overgebleven nier wordt rechtstreeks naar buiten geleid en vastgehecht aan de huid.
De uretero-cutaneostomie komt dan aan de zijde waar de nier is achtergebleven. Dus blijft de linker nier zitten, dan komt de opening van de uretero-cutaneostomie ook aan de linkerzijde van de buik. De uretero-cutaneostomie ligt vaak niet zo ver boven de huid en de opening is klein.
Er bestaat een kans dat de opening van de uretero-cutaneostomie vernauwd op het niveau van uw huid. Daarom blijft er permanent een splint (een dun slangetje waardoor de urine wordt afgevoerd) achter, deze wordt elke 3 maanden verwisseld (dit doet de uroloog en hoeft niet onder narcose). Doordat het een dun slangetje is kan deze mogelijk verstopt raken.
Hoe werkt een urinestoma?
Een urinestoma zit meestal aan de rechterzijde van uw buik, schuin onder de navel. De exacte locatie van de stoma is afhankelijk van de vorm van uw buik (plooien of kuilen, bollere buik). Het is van belang dat u de stoma kunt zien. Voorafgaand aan de operatie bekijkt de stomaverpleegkundige samen met u wat de meest geschikte plek is voor de stoma.
Een stoma is rood/roze van kleur en steekt meestal enkele centimeters uit de buik. In de stoma zit geen gevoel, omdat er in de darm geen zenuwuiteinden zitten. U heeft verder geen controle op het krijgen van urine via de stoma, er zit geen kringspier in de stoma. Doordat een urinestoma is gemaakt van een stukje darm komt er slijm in de urine. U kunt wat witte vlokjes in de urine zien.
Dit is een normaal verschijnsel. Het is van belang goed te drinken (minimaal 1.5-2L/24 uur) om het slijm met de urine mee af te voeren. Troebele of sterk ruikende urine, pijn in de flanken (zijkanten rug in de nierregio) of koorts (temperatuur >38.5 graden) kan wijzen op een urineweginfectie. Neem hierbij contact op met uw arts of verpleegkundig specialist.
Wat kunt u verwachten?
Voor de operatie
Voor de operatie heeft u een gesprek met de stomaverpleegkundige.
Uw verpleegkundige informeert u over de aanleg van een stoma en de gevolgen hiervan. U kunt de stomamaterialen zien en u krijgt uitleg over de verzorging van de stoma. U bepaalt samen met uw stomaverpleegkundige waar de stoma op de buik komt.
Na de operatie
Meteen na de operatie zit er een stomazak over uw stoma. De eerste dag is dit een doorzichtige zak, zodat de verpleegkundigen uw stoma goed kunnen zien zonder het zakje eraf te halen. Het stomamateriaal kleeft aan de huid rond de stoma. De volgende dag krijgt u ander stomamateriaal. Dit is niet doorzichtig maar beige van kleur.
In de dagen na de operatie bekijkt de stomaverpleegkundige uw stoma. De afdelingsverpleegkundige betrekt u bij de zorg voor uw stoma, zodat u zelf voor uw stoma kunt zorgen. U brengt onder begeleiding van de afdelingsverpleegkundige het 1- of 2-delig materiaal aan. U oefent tijdens de opname met beide soorten materiaal, zodat u samen met de stomaverpleegkundige kunt kiezen wat het beste bij u past.
Thuis
Voordat u naar huis gaat, spreekt u met uw stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige geeft u tips en adviezen over het verzorgen van de stoma. Ook krijgt u voedingsadviezen mee.
U kunt bespreken welk materiaal u thuis wilt gebruiken. Zij meldt u aan bij een medisch speciaalzaak. De stomaverpleegkundige bestelt de materialen voor u voordat u naar huis gaat. U kunt zelf herhaalbestellingen plaatsen. Mocht u nieuwe materialen nodig hebben die u nog niet eerder heeft besteld, kunt u contact opnemen met uw stomaverpleegkundige.
Contact
U kunt de stomaverpleegkundige dagelijks bereiken op het telefonisch spreekuur tussen 9 en 10.30 uur. Voor het maken van een afspraak kunt u bellen met het afsprakenbureau van poli 2.
Neem contact op met uw stomaverpleegkundige bij:
- Veranderingen aan de stoma;
- Huidveranderingen of huidproblemen rondom de stoma;
- Lekkageproblemen;
- Vragen over werkhervatting, sport, materialen, seksualiteit, vakantie, verwerkingsproblemen, etc.
Nazorg
U komt ongeveer 6 weken na de operatie ter controle bij de stomaverpleegkundige op de poli. U bekijkt samen de stoma en het materiaal. Ook kunt u andere materialen als het huidige materiaal u niet bevalt. De stomaverpleegkundige begeleidt u verder in het leren leven met de stoma.
U ziet de stomaverpleegkundige daarna weer na 3 maanden, vervolgens na 6 maanden en hierna nog één keer per jaar. Indien nodig kunnen extra afspraken ingepland worden bij vragen of problemen.