De onderzoekers kweekten melanoomcellen samen met T-cellen om hun interacties te bestuderen. “We zagen in het lab dat T-cellen die tumorcellen herkennen, zich daar sterk aan hechten en zogenaamde clusters vormen,” zegt Sofía Ibáñez-Molero, co-eerste auteur van de studie. “T-cellen uit deze clusters konden kankercellen veel beter doden dan losse T-cellen.”
Dit bracht de onderzoekers op een idee: zou dit een manier kunnen zijn om juist die actieve T-cellen uit tumoren in handen te krijgen? De doorbraak kwam toen het team aantoonde dat de verbinding tussen de tumorherkennende T-cellen en kankercellen zo sterk is, dat de clusters inderdaad rechtstreeks uit het tumorweefsel van patiënten kunnen worden gehaald. Zo konden ze sneller en gemakkelijker de tumorherkennende T-cellen opsporen dan met de bestaande methoden. In laboratoriumtesten en bij muizen met menselijke tumoren bleken deze T-cellen tot negen keer effectiever in het vernietigen van kankercellen.
“Het is eigenlijk logisch dat actieve T-cellen zich goed aan kankercellen moeten hechten om ze uit te schakelen. Maar toch hebben we lang over het hoofd gezien dat deze eigenschap gebruikt kan worden om T-cellen op te sporen die actief tegen kankercellen zijn,” zegt Daniel Peeper, groepsleider bij NKI en Oncode Institute. “We hadden alleen niet verwacht dat die eigenschap zo sterk was dat we die konden gebruiken om de meest actieve T-cellen te vinden. Door deze clusters te isoleren, kunnen we mogelijk de bestaande TIL-therapie verbeteren.”
TIL-therapie
Dit onderzoek is gefinancierd door Oncode Institute, KWF Kankerbestrijding, NWO, European Research Council (ERC) en de AVL Foundation.