Column 'Ik heb gezegd" - Vroeg opsporen door Theo Ruers

Bij de benoeming tot hoogleraar hoort een redevoering; daarin deelt de nieuw benoemde professor een visie over een onderwerp dat hij of zij belangrijk vindt. De laatste woorden zijn altijd: ‘ik heb gezegd.’ In 'ik heb gezegd' laten we een medewerker van het Antoni van Leeuwenhoek (AVL) aan het woord over wat hij of zij belangrijk vindt. Deze keer: Theo Ruers, chirurg, onderzoeker en initiatiefnemer van het centrum voor vroegdiagnostiek.

'Ik heb ooit een jonge man, eind 20, geopereerd en dat was een “open-dicht”. Ik opende de buik, zag dat de kanker overal was uitgezaaid en maakte hem weer dicht. Vervolgens moest ik hem en zijn vrouw gaan vertellen dat ik helemaal niets kon. Terwijl: als we eerder hadden geweten dat er dikkedarmkanker in zijn familie voorkwam, was hij hier misschien al eerder geweest. Dan zou hij eerder een coloscopie hebben gehad en was veel ellende voorkomen. Dit soort mensen kwam ik veel tegen.

Soms kun je nog wel behandelen bij uitgezaaide ziekte, maar het heeft vaak een verschrikkelijke impact op de patiënt en de naasten. Vaak is de uiteindelijk afloop toch nog overlijden. De laatste jaren zijn er steeds meer mogelijkheden gekomen om kanker vroeg op te sporen. De bloedtesten waarmee we biomarkers kunnen vinden die duiden op kanker, worden steeds beter. Er is ook steeds meer technologie die ons kan helpen. Denk aan apps die vlekjes op de huid kunnen analyseren. Of aan kleine echoscanners die een huisarts kan aansluiten op een telefoon, om zo een indruk te krijgen of een prostaat vergroot is.

Ruers Theo 16 2
Het doel: mensen met een verhoogd risico veel eerder in beeld krijgen
Theo Ruers

Deze ontwikkelingen waren voor mij een teken dat de tijd rijp was voor een centrum voor vroegdiagnostiek, waarin zorg en onderzoek worden gecombineerd. Het doel is om mensen met een verhoogd risico op kanker eerder in beeld te krijgen. We willen ook mensen die vage klachten hebben die niet meteen duiden op kanker, eerder en beter kunnen testen. Daarvoor moeten we ook goed samenwerken met de eerstelijns zorg, de huisartsen. Huisartsen willen graag beter testen, beter weten of ze iemand moeten doorverwijzen, maar ze hebben geen behoefte aan meer werk. Hierbij moeten we heel gericht te werk gaan, zodat mensen niet onnodig diagnostiek ondergaan. Op basis van wetenschappelijk onderzoek wil je mensen die een verhoogd risico hebben op een bepaalde kankersoort kunnen benaderen met de vraag of ze zich willen laten testen. Dat laat de wet nu niet toe, omdat mensen nog geen patiënt zijn. De procedures zijn heel complex en werken ontmoedigend. Hierin moeten we echt stappen zetten.

Waar ik van droom is dat als jij jouw buurman vraagt hoe gaat, hij zegt: “Goed! Begin vorige week hoorde ik dat ik kanker had, maar in een vroeg stadium. Deze week ben ik behandeld, en vanochtend ben ik genezen verklaard.” Dat is mijn moonshot.’

Meer informatie over het Centrum voor Vroegdiagnostiek