Uitbehandelde kankerpatiënt heeft soms baat bij ongebruikelijk medicijn

30 sep. 2019 20:34

In september 2016 startte in Nederland de DRUP-studie, een wereldwijd unieke klinische studie waarin kleine groepjes uitbehandelde patiënten met uitgezaaide kanker en met een – voor hun kankertype - zeldzaam tumor-DNA, worden behandeld met bestaande geneesmiddelen die al geregistreerd zijn voor andere kankersoorten waarbij zo’n DNA-profiel veel vaker voorkomt.

In het wetenschappelijke toptijdschrift Nature maken de onderzoekers nu de balans op van de eerste drie jaar van de DRUP. Van de eerste 215 patiënten die aan de DRUP hebben meegedaan, verdeeld over 76 cohorten, bleek 34% baat te hebben bij hun studiemedicijn: de ziekte bleef vier maanden minimaal stabiel of de tumor werd kleiner.

Lees hieronder het artikel in de Volkskrant van 30 september, waarin Emile Voest van het Antoni van Leeuwenhoek wordt geïnterviewd.

 

Een kleine groep uitbehandelde kankerpatiënten is gebaat bij medicijnen die voor andere vormen van kanker zijn bedoeld.  Bij een op de twintig patiënten is zo'n ongebruikelijk medicijn effectief.  Dat blijkt uit Nederlands onderzoek dat maandag in vakblad Nature is gepubliceerd.

Veel van de nieuwe precisiemedicijnen tegen kanker zijn gericht tegen een specifieke dna-mutatie in de tumor, maar ze zijn alleen getest en geregistreerd bij de vormen van kanker waarbij die mutatie het meeste voorkomt. Het idee van de onderzoekers was dat die middelen ook patiënten konden helpen met andere vormen van kanker, waarbij die dna-mutatie zeldzamer is. Zij krijgen die medicijnen nu niet voorgeschreven. Tien farmaceutische bedrijven stelden voor het onderzoek negentien kankermedicijnen beschikbaar. Een medicijn tegen eierstokkanker werd bijvoorbeeld gebruikt bij patiënten met een bepaald type alvleesklierkanker, een middel tegen darmkanker ook bij patiënten met een variant van een melanoom.

De onderzoekers analyseerden van een groep patiënten eerst het hele tumor-dna om te achterhalen voor hoeveel van hen er al geregistreerde medicijnen tegen een andere kankervorm beschikbaar waren. Dat bleek voor 13 procent het geval, vertelt Emile Voest, medisch directeur van het Antoni van Leeuwenhoek en een van de onderzoeksleiders. Bij 215 patiënten uit die groep werd onderzocht of de middelen daadwerkelijk aanslaan. De precisiemedicijnen bleken bij 34 procent van de patiënten te werken: hun situatie bleef vier maanden of langer stabiel of de tumor werd kleiner. Zij leefden uiteindelijk zeven tot dertien maanden langer. De eerste resultaten maken duidelijk dat het kan lonen om van uitbehandelde kankerpatiënten altijd het dna te analyseren. ‘Zo kunnen we patiënten nog zoveel mogelijk kansen geven’, zegt Voest.

Het grootste succes werd geboekt bij dertig patiënten met een zeldzame MSI-tumor (een tumor met heel veel dna-mutaties): nivolumab, een vorm van immuuntherapie, bleek bij 63 procent effectief. Bij een van de patiënten verdween de kanker zelfs.

Wereldwijd

Het onderzoek, dat drie jaar geleden werd opgezet, loopt door, vertelt Voest. Inmiddels zijn al bij 450 patiënten met allerlei subtypes kanker medicijnen getest, en hebben farmaceuten alweer zes extra middelen beschikbaar gesteld. Een aantal andere landen, waaronder Denemarken en Italië, wil vergelijkbaar onderzoek gaan doen. Voor de financiering wordt in Nederland nagedacht over een no cure no pay-afspraak. Voor één medicijn uit de studie geldt al dat het wordt vergoed als het aanslaat.

Carin Uyl-de Groot, hoogleraar evaluatie van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit, spreekt van ‘een mooie nieuwe manier van onderzoek die snakt naar een vervolg’. De nieuwe medicijnen zijn vaak maar voor zeer kleine groepjes patiënten relevant, zegt ze, als ook andere landen onderzoek gaan doen en de resultaten worden gedeeld, worden de onderzoeksgroepen groter en kunnen oncologen en farmaceuten daar wereldwijd van leren.

De Nederlandse studie ontbeert een controlegroep, benadrukt Uyl-de Groot en daardoor blijft onduidelijk hoe lang patiënten zonder het medicijn hadden geleefd. ‘Maar het gaat om uitbehandelde patiënten, waarvoor niets meer mogelijk was. Dan is tien maanden extra toch winst.’ Dat een op de drie patiënten op de medicijnen reageert, is nog niet genoeg, zegt ze: de geneesmiddelen zijn immers ontworpen voor de dna-mutatie die de tumor laat groeien. ‘Kennelijk zijn ook andere kenmerken belangrijk om deze middelen te laten werken. Maar daar kom je pas achter als je er onderzoek naar doet.’ De effecten zullen ook groter zijn als patiënten de medicijnen in een eerder stadium van hun ziekte kunnen krijgen, vermoedt ze. ‘Nu gaat het om patiënten aan het einde van hun leven, die alle mogelijke behandelingen al hebben gehad. Het zou mooi zijn als ze er veel eerder van kunnen profiteren.’

Bron: de Volkskrant

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen