Interview Emiel Rutgers: “Ik fluisterde: volgens mij hebben we goud in handen”

29 okt. 2021 08:00

Op donderdag 11 november houdt borstkankerchirurg Emiel Rutgers de publiekslezing ‘Borstkanker, veel geleerd van het verleden, naar een veelbelovende toekomst’. Daarmee neemt hij na vijfendertig jaar afscheid van het Antoni van Leeuwenhoek. Reden genoeg voor een uitgebreid gesprek met hem over belangrijke momenten, studies die ertoe doen en over wat hij het meest zal missen, als hij straks met emeritaat is. “Niets is er gemakkelijker in de oncologie dan meer doen en niets is moeilijker dan minder doen.”

Unieke samenwerking
Het was een dinsdagmiddag en het regende. Hij herinnert zich nog allerlei onbelangrijke details van de dag waarop onderzoekster Laura van ’t Veer hem uitnodigde op haar werkkamer. "We werkten al langer samen. Piet Borst had ons al in 1995 aan elkaar ‘gekoppeld’ om samen de Polikliniek Familiaire Borstkanker op te zetten. Een destijds unieke samenwerking.”
Die bewuste dinsdag in het jaar 2000 liet Laura hem de eerste resultaten van haar nieuwste studie zien. “De rillingen liepen letterlijk over mijn lijf. Ik weet nog dat ik fluisterde: volgens mij hebben we goud in handen. Met dat goud doelde ik op de microarrays, waarbij je aan de hand van genveranderingen de kans kon bepalen of de tumor wel of niet zou uitzaaien naar de rest van het lichaam. Het was het oermodel van de Mammaprint.”

Lijstjes
Zijn studies, zoals die naar de werking van de Mammaprint en de schildwachtklier, zouden een belangrijke peiler worden in zijn vijfendertigjarige carrière als chirurg. "Jaarlijks verschijnen er lijstjes van hoe vaak chirurg-onderzoekers in Nederland in papers worden geciteerd. Al een paar jaar ben ik de meest geciteerde chirurg. Zo’n lijstje op zich doet me weinig, hoor, maar het geeft wel aan hoeveel impact de studies waar ik mij voor in heb gezet hebben gehad.”
Rode draad door zijn carrière zijn drie kernwoorden: nieuwsgierigheid, onvrede en de-escalatie. "Ik wil altijd meer weten," licht Emiel die woorden toe, "ik ben altijd op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Deels word ik daarbij gedreven door onvrede over de huidige behandeling. Het kan in mijn ogen altijd beter. Ik kan het niet hebben als ik een patiënt niet of niet voldoende kan helpen."

De-escalatie
Met de-escalatie doelt hij op het tegengaan van overbehandeling. "Dat begon al in mijn eerste dagen hier. Vrouwen lagen soms wel meer dan drie weken hier in het ziekenhuis. Dat aantal wilde ik, in stappen, fors naar beneden brengen. Ik ben er trots op dat dit ook gelukt is. Daarvoor ben ik onder meer naar Houston afgereisd, waar het al veel langer heel normaal was dat patiënten, behalve na grote operaties, binnen een dag alweer naar huis konden. Daar wisten ze niet beter.”
Alles draait volgens hem om het managen van verwachtingen. "Thuis is het ook veel fijner dan in een ziekenhuis. Zelfs in mijn proefschrift had ik dat doel reeds voor ogen. In die tijd werden vrouwen alleen naar huis gestuurd met een uitgebreide follow-up. Die follow-up bleek in de praktijk volkomen nutteloos. Hoeveel foto’s je ook maakt, het gaat om de biologie: de kans op uitzaaiingen wordt er niet groter of kleiner van."

Cosmetisch resultaat
Het was niet altijd eenvoudig om alle partijen daarvan te overtuigen. "Niets is er gemakkelijker in de oncologie dan meer te doen. De patiënt verwacht dat meer behandelingen hem of haar beter maken, de arts is blij dat-ie iets voor de patiënt kan doen en dan hebben we het nog niet eens over de farmaceutische industrie. Tegelijk wil ik de farmaceuten een compliment geven: ze hebben grote bijdragen geleverd aan de Mindact-studie, ook al waren het doel (minder chemo geven) en de uitkomst niet in hun belang."
Emiel heeft in de eerste plaats het welzijn van zijn patiënten voor ogen. "Het gaat om de kwaliteit van leven. Als bij een borstsparende operatie de uitkomsten op de lange termijn even goed zijn, moet je als borstkankerspecialist altijd daarvoor kiezen, vind ik. Het cosmetisch resultaat, vermindering van verminking, wordt almaar belangrijker nu zo veel vrouwen de borstkanker lang overleven. Voor een optimaal resultaat hebben we daarom vaak gezamenlijke operaties samen met de plastisch chirurgen."

Emeritaat
Zelf vindt hij dit alles heel normaal. "Alle patiënten zijn speciaal voor mij. Ik kan ook oprecht verdrietig worden als ik iemand slecht nieuws moet brengen. Zoiets raakt me echt. Waar de patiënt bij is laat ik niet veel van mijn emoties merken, maar zodra ik weer alleen op mijn kamer was, heb ik vaak genoeg gevloekt. Het zal heel lastig worden om die betrokkenheid los te laten, als ik met emeritaat ben."
Wat zal hij straks het meest missen? "Het werk in de operatiekamer en het contact met collega’s en patiënten. Gelukkig heb ik de komende jaren nog zes promovendi om te begeleiden. Ook wil ik nog een boek schrijven over mijn belevenissen hier."
Vervelen zal hij zich niet in de komende jaren. "Mijn vrouw is sinds dit jaar ook met pensioen en voor ons is er al een nieuwe ‘baan’ in het vooruitzicht: we worden opa en oma. Daarnaast heb ik nu eindelijk tijd voor een sluimerende hobby van me, het klussen aan een oldtimer. In een Franse garage staat een oude Peugeot 203 op me te wachten. Dat zal nog een hele operatie worden!"

Auteur: Bart de Haas

Meld je hier aan voor de publiekslezing op 11 november

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen