Proefblokkade
123

Pijnbehandeling blokkade plexus coeliacus

Pijn in de bovenbuik kan verminderd worden door de pijngeleiding vanuit de buik naar de hersenen te onderbreken. Om dit doel te bereiken kunnen de plexus coeliacus of diens toevoerende zenuwen de nn. splanchnici, die diep in de bovenbuik naast de grote lichaamsslagader liggen, worden behandeld. Na deze ingreep wordt u eventueel een nacht ter observatie opgenomen.

Belangrijk om te melden

Mocht u bloedverdunnende middelen gebruiken, wilt u ons dat dan melden? Vaak moet het gebruik van deze medicijnen enkele dagen voor de proef- of zenuwblokkade worden gestaakt. Ook sommige pijnstillers hebben invloed op de bloedstolling. Bespreek met uw arts welke pijnstillers u zonder problemen kunt blijven innemen. Bent u overgevoelig voor jodium, pleisters of contrast- of verdovingsvloeistof, meld dit dan bij uw behandelend pijnarts. Röntgenstraling kan schadelijk zijn voor het ongeboren kind. Mocht u zwanger zijn of dat vermoeden, wilt u dit dan eveneens aangeven.

Meer informatie

De ingreep

De ingreep gebeurt met behulp van een CT-scan of onder röntgendoorlichting. Hiermee wordt de precieze plaats gezocht van de zenuwknoop of de zenuwen. Voor een blokkade van de plexus coeliacus ligt u op de rug, bij een blokkade van nn. splanchnicus ligt u op de buik.

Verschillende behandelvormen

Na een plaatselijke verdoving van de huid wordt een naald bij de zenuwknoop geplaatst. Hierbij worden herhaaldelijk controle opnames gemaakt en wordt röntgencontrastmiddel toegediend. Als de juiste naaldpositie bereikt is, kunnen drie verschillende vormen van behandelingen worden uitgevoerd:

  • Een proefblokkade: hierbij wordt uitsluitend een plaatselijk verdovend middel ingespoten. Hierdoor worden de zenuwknoop of diens toevoerende nn. splanchnici tijdelijk (maximaal 24 uur) verdoofd. Een proefblokkade is bedoeld om het te verwachten effect van een behandeling van de plexus coeliacus te bepalen. Het effect van een proefblokkade is niet blijvend.
  • Een neurolyse met alcohol: hierbij wordt fenol of alcohol door de naald gespoten. Hierdoor worden zenuwen beschadigd, zodat zij geen pijnsignalen meer kunnen voortgeleiden;
  • Doorbranden (Radio Frequente Ablatie - RFA) van de zenuwen met behulp van stroom. Hierbij worden de zenuwen gedurende vier minuten tot 80 graden verhit, zodat zij geen pijnsignalen meer kunnen voortgeleiden.
Effect

Het effect van een neurolyse of RFA behandeling kan weken of maanden aanhouden. Een algehele narcose is over het algemeen niet noodzakelijk. Desgewenst kunt u tijdens de behandeling een rustgevend middel krijgen.

Observatie

Kort na de behandeling wordt u tijdelijk op de uitslaapkamer geobserveerd. Na een proefblokkade en een RFA behandeling kunt u aansluitend naar huis gaan. Het is aan te raden niet zelf auto te rijden of te fietsen.

Na een neurolyse moet u gedurende enkele uren blijven liggen en overnacht u in het ziekenhuis ter observatie. De volgende ochtend kunt u na het bezoek van de anesthesioloog/pijnspecialist naar huis.

Resultaten

De resultaten van de blokkade van de plexus coeliacus zijn over het algemeen goed. In de loop van de week erna kan de pijnmedicatie in overleg met de pijnarts worden afgebouwd.

Het effect van de blokkade kan na verloop van tijd minder worden. Neurolyse en RFA kunnen dan herhaald worden.

Complicaties en bijwerkingen

Na een plexus coeliacus neurolyse kan uw bovenbuikpijn korte tijd zelfs toenemen. Een enkele maal treedt kortdurend wat rugpijn of pijn bij het ademhalen op.

Een nn. splanchnicus blokkade kan een klaplong tot gevolg hebben, daarom wordt u aansluitend aan de behandeling geobserveerd in de uitslaapkamer. Beide behandelingen kunnen de volgende bijwerkingen hebben: 
Omdat zich in de zenuwknoop eveneens zenuwtjes bevinden die te maken hebben met de wijdte van de bloedvaten in de buik en met de darmperistaltiek, treden na de blokkade bij circa 40 procent van de patiënten tijdelijk een lagere bloeddruk en/of diarree op. De lage bloeddruk is hooguit een aantal uren aanwezig, zeer zelden nog de volgende dag.

Ernstige complicaties komen bijna niet voor (1-2 procent). Het gaat daarbij om chronische diarree, zwakte en gevoelsstoornissen van de benen.