Nederlands kankeronderzoek bundelt krachten: diagnostiek vrij-circulerend tumor-DNA naar kliniek

18 okt. 2018

De analyse van spoortjes tumor-DNA in het bloed van kankerpatiënten is een nieuwe diagnostische techniek om te bepalen welke behandelingen individuele patiënten nodig hebben gedurende het verloop van hun ziekte. Deze techniek is net de laboratoriumfase uit. In Nederland worden nu alle krachten gebundeld in het consortium COIN om te onderzoeken  -  met studies voor long- en darmkanker - hoe de techniek ingebed kan worden en meerwaarde kan brengen in de de ziekenhuispraktijk.   ZonMw, de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie, investeert hier ruim 1.850.000 euro in uit het onderzoeksprogramma Personalised Medicine.

Patholoog Gerrit Meijer van het Antoni van Leeuwenhoek: 'Deze gloednieuwe techniek geeft ons een unieke kans om preciezere diagnoses te stellen met minder belasting voor de patiënt.'

Meer informatie over uitzaaiingen

In de bloedbaan van kankerpatiënten komen zeldzame spoortjes tumor-DNA terecht die afkomstig zijn van tumorcellen elders in het lichaam. Analyse van die fragmentjes brengt DNA-mutaties in kankercellen in kaart. Voor diagnostiek met behulp van dit zogenoemde vrij circulerende tumor-DNA (ctDNA) is alleen een bloedafname nodig en geen weefselbiopt. De diagnostiek is daarmee veel minder belastend voor de patiënt maar ze geeft bovendien veel meer informatie over de DNA-samenstelling van verschillende tumorhaarden in het lichaam als er uitzaaiingen zijn.

Alle betrokken partijen en vakgebieden werken samen

Bij longkanker bijvoorbeeld begint deze veelbelovende ctDNA-diagnostiek nu zijn weg naar de patiënt te vinden, maar ze wordt nog niet op grote schaal toegepast in de kliniek. Om dit in een keer goed aan te pakken gaan alle onderzoeksgroepen in Nederland die zich ermee bezighouden hier nu samen naartoe werken. Hierbij zijn ook alle relevante vakgebieden - oncologie, klinische chemie, pathologie, klinische moleculaire biologie - betrokken.  

Samen met patiëntenverenigingen, bedrijven en andere organisaties hebben alle universitair medische centra en het Antoni van Leeuwenhoek een consortium opgericht om de techniek in Nederland op een gestandaardiseerde manier te evalueren en implementeren. De toegekende ZonMw-subsidie ondersteunt dit project voor vier jaar. Het consortium heet COIN. Dat is een afkorting van Circulating tumor DNA On the road to Implementation in the Netherlands.

Hoewel wereldwijd aan de ctDNA-techniek wordt gewerkt, is dit Nederlandse initiatief om in nationaal verband de kritische fase van klinische validatie te stroomlijnen uniek.

'Preciezere diagnoses, minder belastend voor de patiënt'

Patholoog Gerrit Meijer van het Antoni van Leeuwenhoek, die het consortium leidt: 'Deze gloednieuwe techniek geeft ons een unieke kans om preciezere diagnoses te stellen met minder belasting voor de patiënt. Op dit moment begint hij net uit de laboratoriumfase te komen, maar de stap naar toepassing in de praktijk is dan vaak nog groot. Door dit samen op te pakken met alle betrokken partijen kunnen we dit traject stroomlijnen en versnellen. Daardoor komt deze techniek-op-maat veel sneller beschikbaar voor veel meer patiënten.'

Hoe goed werkt het in de ziekenhuispraktijk?

Aan de hand van lopende grote studies naar longkanker en darmkanker gaat het consortium systematisch onderzoeken hoe goed de techniek werkt in de klinische praktijk, hoe hij logistiek geïmplementeerd kan worden in de gezondheidszorg, en of hij kosteneffectief kan worden toegepast en vergoed. Logistiek en infrastructuur voor het doen van dit soort studies worden zo ingericht dat ze in de toekomst ook voor studies bij andere kankersoorten kunnen worden gebruikt.

Studie: kunnen we onder-behandeling voorkomen bij darmkanker?

Naast het bouwen van dit zogenoemde klinische validatieraamwerk voor ctDNA , gaan de ziekenhuizen ook een grote nieuwe studie starten om de meerwaarde van deze diagnostische techniek te kunnen vaststellen bij het tegengaan van onderbehandeling bij patiënten met darmkanker in stadium 2. Omdat deze patiënten over het algemeen een goede prognose hebben, krijgen ze nu niet standaard chemotherapie nadat ze geopereerd zijn. Toch komt helaas bij 15-20% van hen de kanker terug.

Recent onderzoek heeft laten zien laat zien dat patiënten die na hun operatie spoortjes tumor-DNA in hun bloed hebben, een hoog risico hebben dat de kanker terugkomt. Zij zouden misschien baat hebben bij een aanvullende behandeling met chemotherapie maar krijgen die nu niet. De ziekenhuizen en onderzoeksinstituten gaan nu onderzoeken of aanvullende behandeling bij deze groep patiënten inderdaad leidt tot verbeterde overleving en een betere kwaliteit van leven.

De volgende organisaties doen mee: