‘Interessant. Ik denk er even over na.’

24 aug. 2021 10:15

Vorig jaar verhuisde onderzoeker Chao Yang middenin de eerste lockdown naar Amsterdam om te gaan werken bij het Nederlands Kanker Instituut, waar mensen met ruim 50 verschillende nationaliteiten in dienst zijn. Hoe ervaart hij als Chinese onderzoeker zijn werk en leven in Nederland, in deze tijden van toenemende anti-Aziatische sentimenten vanuit verschillende hoeken? Leven in Nederland en onderzoek doen in het NKI voelt voor hem soms alsof hij in een film leeft, in zowel positieve als negatieve zin.

 

Hoe ben je in Nederland terechtgekomen?

“Na ons afstuderen wilden mijn vrouw en ik de wijde wereld in: in aanraking komen met andere culturen, levensvisies, en manieren om onderzoek te doen. Mijn vrouw en ik hebben allebei ons promotieonderzoek in Utrecht afgerond. Daarna ging ik op zoek naar een internationale onderzoeksgroep met een goede reputatie. Zo ben ik bij de groep van Reuven Agami aan het NKI terechtgekomen.”

 

Heb je cultuurbotsingen ervaren sinds je uit China weg bent gegaan?

“Nou… ik vond het verrassend en eerst nog een beetje ongemakkelijk toen ik voor het eerst homoseksuele mannen in het openbaar zag knuffelen of zoenen. Ik wist wel dat men hier in Nederland vrij open over is, maar toch vond ik het bijzonder om het met eigen ogen te zien. In China zie je dat niet.
Ik vond het ook verrassend dat Nederlanders me nooit bij hen thuis uitnodigen. Ik heb ze wel bij mij thuis over de vloer gehad, en we zijn uit eten gegaan in een restaurant, of hebben een huwelijk in een park of kerk bezocht, maar nooit bij hen thuis. Misschien willen ze meer privacy, ik weet het niet. Als je naar China gaat, nodigt iedereen je bij hen thuis uit, stelt je voor aan hun vrienden, hun familie, en die hun vrienden…”

 

Zijn mensen in China daar opener in?

“Ja. Op het werk is dit alleen wel heel anders.”

 

Hoe is het voor jou om in Nederland te werken?

“Mensen hier zijn heel direct en open, en iedereen mag een andere mening hebben en deze openlijk bespreken. Dat vind ik fijn. Ik vind het inspirerend hoe een wetenschappelijke discussie tot een verhit debat kan leiden. Voor mijn gevoel kon dit alleen in films of in mijn eigen fantasie, haha!”

 

Is het je gelukt om je aan deze nieuwe werkcultuur aan te passen?

“Het heeft wel 2 jaar geduurd voordat ik mijn mond open durfde te trekken. In China zijn mensen vaak beleefd en indirect tijdens discussies. Iemand uit China zou eerder iets zeggen als: ‘Misschien is dit wat minder overtuigend’, terwijl een Nederlander dan kiest voor: ‘Je hebt het helemaal verkeerd.’ Dus in het begin zei ik vaak alleen maar: ‘Interessant. Ik denk er even over na.’”

 

Voelt het goed om directer te zijn?

“Ja, dit werkt voor mij veel beter. Ik heb het idee dat mijn contacten er persoonlijker door worden, dat het efficiënter is, en dat het wetenschappelijk debat er opener door is. In China komt er zoveel bullshit bij kijken. Je moet al iemands titels benoemen als je iemand aanspreekt: professor, dokter, directeur… en dan pas hun naam. Hier kun je gewoon zeggen: ‘Reuven, ik heb een vraag’. Of: ‘Volgens mij klopt dit niet.’ In China is het onbeleefd om direct met een groepsleider of directeur in discussie te gaan.”

 

Je bent ook vader geworden tijdens je PhD onderzoek?

“Ja, mijn zoontje kwam een beetje als een verrassing, haha! In China noemen we dat Yuan Fen, dat betekent zoiets als het lot. Hij bleek heel makkelijk, open, nieuwsgierig en sterk. Dus dachten we: zo moeilijk is dat baby-gebeuren eigenlijk niet, dit kunnen we. Een half jaar geleden is onze dochter geboren, en zij was totaal anders. Ze is veel gevoeliger, een beetje bang, en kan hard huilen. Maar als ik haar vasthoud, is het goed. Het ligt niet alleen aan corona dat ik het huis niet vaak meer uit ga.”

 

Ben je door de jaren heen geconfronteerd met vooroordelen over mensen uit China?

“Mensen denken weleens dat alle mensen uit China honden eten en lid zijn van de communistische partij, en dat is natuurlijk belachelijk. Ik denk dat 99,9 procent nooit hond heeft gegeten. En ik heb niks met de Chinese politiek. Er wordt alleen in bepaalde gebieden met bepaalde tradities hondenvlees gegeten. Mensen denken ook dat ze bekend zijn met Chinees eten omdat ze hier weleens naar een Chinees restaurant zijn geweest. Het eten verschilt alleen behoorlijk per gebied. Ik vond het vooral heel vreemd dat zo weinig mensen weten hoe groot China is, en uit welke gebieden het bestaat. Niet alles ligt in de omgeving van Beijing, haha! Mijn vrouw en ik komen allebei uit China, maar zijn wel 2000 kilometer bij elkaar uit de buurt geboren. Dat is ongeveer van hier naar Griekenland.”

 

Sommige mensen trekken de kwaliteit wetenschappelijk onderzoek uit China in twijfel. Wat vind jij daarvan?

“Een kwart van de publicaties in Nature, Science en Cell komt uit China. Dus als je die tijdschriften van goede kwaliteit vindt…. zijn dit goede artikelen. China is zo groot en er zijn zoveel verschillende onderzoekers, daar zit heus wel iemand tussen niet zorgvuldig is of de boel bedriegt. Ik denk trouwens wel dat misschien niet alle onderzoekers in China even goed zijn getraind in wat ze doen. Het onderzoeksbudget van China is over de afgelopen 30 jaar flink gegroeid, maar de onderzoekers zijn nog hetzelfde gebleven. Ze doen wat ze kunnen. Over het algemeen zit er schot in.”

 

En als mensen China beschuldigen van het stelen van kennis elders…?

“Ik vind zelf dat kennis niet aan een bepaald land zou moeten toebehoren. Deze discussie over het stelen van kennis heeft een politieke insteek en gaat over concurrentie en macht, waarin Amerika een land gaat dwarsbomen zodra het kan concurreren met hun technologische systemen. En wat spioneren betreft: Amerika is daar het allerbeste in. China doet er vast ook aan, maar dat lukt ze minder goed dan Amerika, omdat we allemaal gebruik maken van Amerikaanse systemen die volgens Edward Snowden in Amerika gemonitord worden.”

 

Waarom vind jij diversiteit in de wetenschap zo belangrijk?

“Ik zie het als een soort multidisciplinaire aanpak: mensen met verschillende professionele achtergronden hebben samen als groep veel meer kennis in huis. En zo is het ook bij onderzoekers met verschillende persoonlijke achtergronden: ze kunnen hun krachten bundelen, interessante gesprekken voeren en samen heel innovatief zijn.”

 

Het coronavirus heeft tot veel negativiteit jegens China geleid. Hoe is dat voor jou geweest?

“Toen ik hier net was, voelde ik me net als alle andere mensen. Maar sinds de pandemie ben ik me meer als een buitenbeentje gaan voelen. Mensen staren me vaak aan, zeker toen ik een mondkapje droeg voordat het verplicht was. Man, wat heeft het lang geduurd voordat de regering daar een besluit over had genomen! Onder mensen uit China heerste toen al angst omdat we hoorden dat de agressie was toegenomen. ‘Ga terug naar China’, zei iemand tegen me toen ik boodschappen deed voor mijn gezin. En ik een onbekende groette me bij het stoplicht met ni hao. Dat was absoluut niet gewoon een hallo. Niet lang geleden stopte een jongen op een scooter om te zeggen: ‘Hé Chinees, heb jij het coronavirus?’ De bevooroordeelde berichtgeving in de Nederlandse media zijn hier misschien wel schuldig aan.”

 

Hoe reageerde je daarop?

“Ik stond versteld. Ik weet nog steeds niet hoe ik op zulke dingen zou moeten reageren. Volgens mij zei ik ‘Goedenavond’, of iets dergelijks. Gelukkig ging het bij de meeste negatieve ervaringen slechts om woorden. De enige uitzondering is de avond dat iemand tegen onze deur trapte en riep: ‘Chinees virus, fuck China, ga terug naar China!’ Hij maakte de deur kapot en ging er toen vandoor.”

 

Dat klinkt als een nachtmerrie…

“Zoiets hadden we nog nooit meegemaakt. Mijn vrouw en zoontje van 2 waren doodsbang, hij bleef maar huilen. Bij het zien van die kapotte deur en al dat glas op de vloer kon ik gewoon niet geloven dat dit echt was gebeurd. Nog steeds voelt het eerder als in een film… Mijn vrouw is erg sterk, maar ze is nog steeds een beetje bang en voelt zich niet veilig. We hebben drie sloten op onze deur en ik moet haar altijd even bellen als ik op weg naar huis ben zodat ze de deur van het slot kan halen voor me. Zo was ze vroeger niet.”

 

Ondanks dit alles wil je toch in Nederland blijven?

“Als je weggaat, voel je je een slachtoffer. Ik vind dat Chinese mensen van zich moeten laten horen en terug moeten vechten tegen racistische mensen, samen en met een gedeeld verhaal. Ik geloof erin dat je door te vechten iets kunt behalen. Als je alleen maar afwacht, verandert er misschien wel nooit iets.”

Deze website maakt gebruik van cookies

Op onze website plaatsen we cookies om het gebruikersgemak van onze website te verbeteren.

Functioneel
[2]
  • Microsoft Clarity
    Door plaatsing van deze cookies krijgen wij als organisatie geanonimiseerd informatie over het gebruik van website en waar de websitebezoekers vandaan komen.
  • Virtuele tours
    Door plaatsing van deze cookie gaan we misbruik van deze content tegen.

Voorkeuren aanpassen