Chirurgie

Chirurgie bij slokdarmkanker

Het doel van de operatie bij slokdarmkanker is te streven naar genezing. De operatieve behandeling van slokdarmkanker wordt alleen uitgevoerd wanneer er geen uitzaaiingen in andere organen zijn en wanneer de tumor in zijn geheel kan worden verwijderd. Daarbij moet de conditie van de patiënt voldoende zijn om de operatie te ondergaan. Voorafgaand aan de operatie wordt een voorbehandeling van chemotherapie en bestraling gegeven met het doel de tumor te verkleinen en de kans op uitzaaiingen in de toekomst te verkleinen.

Bij een slokdarmoperatie wordt het grootste deel van de slokdarm verwijderd samen met alle bijbehorende lymfeklieren. Van de buitenbocht van de maag wordt een nieuwe slokdarm gemaakt (de buismaag), deze wordt aan het overgebleven gezonde deel van de slokdarm in de hals of in de borstholte vastgemaakt. Op deze manier wordt de voedselpassage-weg hersteld.

 

Meer informatie

Hoe gaat de operatie van slokdarmkanker in zijn werk?

U gaat onder volledige narcose voor deze operatie. Vlak voor het begin van de algehele narcose wordt er vaak een epiduraal katheter ingebracht voor pijnstilling tijdens en na de operatie.

Cervicale of intrathoracale anastomose

De nieuwe verbinding (anastomose) kan in de hals (cervicale anastomose) of in de thorax (intrathoracale anastomose) worden aangelegd. Hierbij wordt de buismaag opgetrokken en vastgemaakt aan het resterende deel van de slokdarm. Het type slokdarmoperatie is afhankelijk van verschillende factoren, onder andere de plaats van de slokdarmtumor en eventuele lymfeklier uitzaaiingen. Slokdarmoperaties kunnen meestal via een laparoscopie (kijkoperatie) worden uitgevoerd en eventueel met behulp van de ROBOT.

Preoperatieve screening

Voorafgaand aan uw operatie heeft u een afspraak met de anesthesioloog op de polikliniek of telefonisch voor een gesprek en eventueel kort onderzoek naar uw lichamelijk conditie en eventuele bijzonderheden. Vaak wordt er ook een ECG (hartfilmpje gemaakt).

Ook vraagt de anesthesioloog u naar:

  • Of u eerder onder verdoving bent geweest
  • Welke aandoeningen u nog meer hebt
  • Of u al eerder kankermedicijnen heeft gehad
  • Of u al eerder bestraald bent
  • Welke allergieën u heeft
  • Of u rookt
  • Of u alcohol gebruikt
  • Welke medicijnen u gebruikt

Het is daarom van groot belang dat u precies kunt aangeven welke medicijnen u hoe vaak en in welke dosering gebruikt.

Bijwerkingen en gevolgen

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Door een groot aantal maatregelen rondom de operatie doen wij er alles aan om de risico’s zo beperkt mogelijk te houden.

Mogelijke complicaties

Mogelijke complicaties zijn een longontsteking, complicaties van het hart of bloedsomloop, een wondinfectie en lekkage van de nieuwe verbinding (naadlekkage).

Eten en drinken

Wanneer u weer mag eten en drinken is afhankelijk van welke verbinding (anastomose) is gemaakt tijdens de operatie, in de hals of in de borstholte. De arts of verpleegkundig specialist zal met u bespreken welke situatie op u van toepassing is en wanneer u de intake weer mag opbouwen.

De operatie kan uw eetlust, smaak en de grootte van de porties beïnvloeden. Het kan ook zijn dat u last krijgt van ‘reflux’. Dit is het terugvloeien van eten, drinken, maag- en/of galsap naar uw mond. Kleinere porties eten en drinken helpt, en u kunt beter een half uur na het eten en drinken niet bukken of voorover buigen. Daarnaast kunnen medicamenten eventueel verlichting geven. Afhankelijk van het type operatie krijgt u mogelijk sondevoeding na de operatie. U wordt begeleid door een diëtiste voor het aanpassen van uw eetpatroon en het afbouwen van de sondevoeding.

Passageklachten

Als de nieuwe verbinding in de hals nauwer wordt door verlittekening, kan deze middels een endoscopie worden opgerekt (gedilateerd) door de maag-darm-leverarts. Dit gebeurt stapsgewijs. De eerste dilatatie wordt meestal niet eerder verricht dan 6 weken na de operatie.

Slikproblemen en/of heesheid

Na de operatie kunnen slikklachten en/of heesheid optreden als gevolg van de operatie in de hals. Deze klachten zijn meestal van tijdelijke aard. Zo nodig wordt een logopedist ingeschakeld.

Conditie en voeding

Voor het herstel na de operatie is het belangrijk dat u vóór de operatie in een zo goed mogelijke conditie bent. Als dat met gewoon eten niet lukt, krijgt u bijvoeding in de vorm van drinkvoeding of sondevoeding. Eventueel kunt u de conditie verbeteren met behulp van een fysiotherapeut.

Operatie Animatie Stil

Een operatie: hoe gaat het in zijn werk?

Wilt u meer weten over chirurgie? Hoe gaat het in zijn werk en hoe ziet een operatiedag eruit? Wij hebben de belangrijkste informatie voor u samengevat in een animatie: