Blaaskanker - niet-spierinvasief

Blaaskanker kent verschillende groeistadia. De behandeling hangt af van het stadium van de tumor. Als de tumor alleen in de holte van de blaas groeit en niet in de spierlaag, dan heet dat niet-spierinvasieve blaaskanker. Deze vorm van kanker noemen we ook urotheelcarcinoom. Niet-spierinvasieve blaaskanker groeit vanuit het slijmvlies, de binnenste laag van de blaas. De tumor zit dus aan de oppervlakte van de blaaswand. Dit is een vroeg stadium van blaaskanker.

Niet-invasieve blaaskanker komt het meest voor. Ongeveer 75 van de 100 mensen met blaaskanker hebben deze vorm.

Als de tumor wel in de spierlaag van de blaas groeit, noemen we dat spierinvasieve blaaskanker.

Op deze pagina leest u meer over de symptomen en de onderzoeken en behandeling bij niet-spierinvasieve blaaskanker.

Meer informatie over niet-spierinvasieve blaaskanker

Symptomen van niet-spierinvasieve blaaskanker

Niet-spierinvasieve blaaskanker zorgt niet voor pijn in de blaasstreek. Het leidt bijna nooit tot urinewegklachten. Als er wel klachten of symptomen zijn, gaat het vaak om:

  • Bloed in de urine (komt het meest voor)
  • Irritatie tijdens het plassen
  • Vaker moeten plassen

Er zijn klachten die een meer uitgebreide, spierinvasieve tumor kunnen aanduiden:

  • Pijn in het bekken
  • Pijn in de zij (flank)
  • Gewichtsverlies
  • Voelbare zwelling (massa) in de onderbuik

Controle bij blaaskanker

Na iedere behandelingsvorm van kanker is de controle of follow-up van essentieel belang om complicaties te minimaliseren en om terugkerende kanker (recidieven) vroegtijdig op te sporen en te behandelen. De eerste controle-afspraak is na drie maanden na de behandeling en de vervolgcontroles spreekt u met uw uroloog af. Uw uroloog is ook het aanspreekpunt voor vragen over de ziekte of aanverwante onderwerpen.

Nazorg

Blaaskanker kan veel impact hebben op het leven van patiënten en hun naasten. Bij blaaskanker krijgen patiënten vaak te maken met specifieke problemen, zoals plasproblemen of seksualiteit, naast de klachten die zich voordoen bij kankerpatiënten in het algemeen, zoals vermoeidheid, pijn, beperkingen in het sociale leven en diverse psychische problemen zoals angst en onzekerheid. U kunt hiervoor terecht bij ons Centrum voor Kwaliteit van Leven.

Onderzoek en diagnose

Om de diagnose niet-spierinvasieve blaaskanker te kunnen stellen, zijn er verschillende onderzoeken mogelijk. Uw arts bespreekt met u welke diagnostische onderzoeken nodig zijn:

Behandeling blaaskanker

Als alle onderzoeksresultaten bekend zijn, heeft u een gesprek met de uroloog. De uroloog bespreekt de uitslag en de diagnose met u. Ook bespreekt de uroloog of er extra onderzoeken nodig zijn.

De uroloog bespreekt met u:

  • De resultaten van de onderzoeken
  • Uw risicoprofiel (laag, midden of hoog)
  • Een voorlopig behandelplan

Samen bekijkt u de mogelijke behandelingen. Het definitieve behandelplan hangt af van uw risicoprofiel, uw gezondheid en wat u met de uroloog bespreekt.

De standaardbehandeling is een TUR blaasingreep. Dat is een kleine operatie in de blaas. Soms zijn extra behandelingen nodig. Dat hangt af van uw risicoprofiel:

  • Laag-risico: één blaasspoeling
  • Midden-risico: meerdere blaasspoelingen
  • Hoog-risico: een TUR blaas en meerdere blaasspoelingen.

Behandeling niet-spierinvasieve blaaskanker

U krijgt een of meer van de volgende behandelingen.

Klinische onderzoeken (trials)

In het Antoni van Leeuwenhoek zoeken we altijd naar nieuwe behandelingen. We doen daarom onderzoek in studies om te kijken wat mogelijk is. Of u mee kunt doen aan zo’n studie, hangt van veel zaken af. Heeft u hier vragen over? Neem dan gerust contact op met uw arts of verpleegkundig specialist.

Wachttijden

Wij willen u zo goed mogelijk informeren over de wachttijd per aandoening. Wij doen dit op basis van een prognose van de huidige wachtlijst. De wachttijd kan om verschillende redenen per patiënt verschillen. Uw behandelend arts geeft u meer informatie bij uw poliklinisch consult.

Lees meer over uw eerste afspraak of second opinion